zondag 8 februari 2015

Waar is Koning Winter?



Pad? Welk Pad?

Ik sjok op mijn laarzen door de plas die het pad vervangt. Shadow probeert droge voeten te houden maar het is hier onbegonnen werk. Aan mijn linker voet bemerk ik de sensatie van ijskoud water dat zich een weg naar binnen baant en mijn wollen sok doorweekt. Yuk. De reparatie van de lekkende naad heeft gefaald. 

Het schijnt winter te zijn maar in plaats van sneeuw, ijs en vorst worden we getrakteerd op regen
 en modder. Veel modder. Blubber. Mijn broek is permanent bruin gecoat (van buiten dus) en  elke step sessie wordt afgesloten met de tuinslang. 

De heren weten al wat er volgt als ik de handdoek in de gang oppak. Lijdzaam ondergaan zij het “pootjes poetsen”.  Of in Spot's geval; lijdzaam ondergaat hij het nadat ik hem gevangen heb. 

De zegeningen van ons Hollandse klimaat, waterkou en kwakkelweer. Voor het tweede jaar achter elkaar. Ik vind het helemaal niks. Kou wil ik. Vorst. Rijp op de velden. Sneeuw op de bomen. Tintelwangen en versteende vingers. Snot dat bevriest in je neus. Stuiterende huskyheren die willen rennen voor een step over hard bevroren paden, niet dat gezwoeg door zuigend zand en geglij op gladde blubber. 

Gelukkig schijnt vandaag de zon. Die maakt dat de wereld weer wat groter en vrolijker. De vogels zingen al in de bomen, blijkbaar hebben zij de lente al voor geopend verklaard. 




Ik niet. Ik hoop nog steeds op een vorstperiode. Met een flink pak sneeuw aub. Niet dat geneuzel van 2 cm natte prut die dooit en weer bevriest zodat de wegen spekglad worden. Nee, gewoon een halve meter aub, met overdag temperaturen rond -5C en zon. Zodat ik het iets minder erg vind dat onze jaarlijkse dosis wintersport niet door gaat dit jaar. En de ski’s nog even tevoorschijn kunnen komen. En de heren nog eens kunnen snowdiven. 




Maar helaas. Koning Winter lijkt zijn gezicht niet te tonen. Althans zijn witte gezicht niet. Toch bang geworden in de Zwarte Piet discussie? Kiest hij daarom voor modderbruin en vele tinten grijs? Aha, nu snap ik het. Tinten grijs. Succes verzekerd....


dinsdag 3 februari 2015

Spot spot...

Ardennen, september 2015

Ardennen op zijn mooist: heuvelachtig coulissen landschap. 
We hebben honger! We zijn zojuist teruggekeerd van een lange wandeling op het Ardeense platteland en het avondeten lonkt. Het water loopt me al in de mond als ik de koelkast van ons vakantiehuisje open trek en de gemengde geur van rijpe kazen, gedroogde worst en Ardenner ham ruik. De honden loungen op het verhoogde terras en genieten weer eens van het uitzicht. Ik glimlach stilletjes, heerlijk hoe ze zich hier vermaken met het observeren van de omgeving. Hun neuzen staan nauwelijks stil. We hebben zo geen kind aan ze.


Ineens bereikt een luid geraas mijn oor. Het onheilspellende gekletter van een omvallend wasrek. Een wasrek dat de functie had om -samen met een houten tuintafel- de trap van balkonterras naar tuin te blokkeren. De niet omheinde tuin. Die gefrequenteerd wordt door lokale boerderijkatten. 
Onze constructie voor de trap
Ik klats de koelkastdeur dicht en sprint op blote voeten naar buiten. Uit mijn ooghoek zie ik Spot, mijn "onhandige langpoothusky" in drie grote sprongen de steile open houten trap afspringen. Hij moet als een springpaard half onder het wasrek door over de tafel naar beneden zijn gesprongen. Een gat in. Een diep gat van een steile trap. Shadow aarzelt, durft niet mee. Gelukkig. 

de steile trap... 

Durf jij hier vanaf te springen? 

 Ik keer me om door de voordeur van het huis naar buiten te sprinten want ik durf niet zomaar die trap af te rennen. Tegelijk krijs ik met schelle stem “Hans, KOM HIER”. Een bedaagd “Jahaa wat is er dan” klinkt uit het huis. Uit zijn stem blijkt een zeker dedain, ik bedoel maar, wat kan er nou zijn om je zo druk over te maken, zo in een ingeslapen dorpje aan het einde van een prachtige herfstdag in het Ardeense land. Het woord dat van manliefs zijde volgt op mijn “Spot is ontsnapt” zal ik hier niet herhalen. Dat past niet in een nette blog. Vier letters. De toon van zijn stem nu duidelijk minder relaxed. 

Spot verkent grondig de tuin
Ook Shadow vindt het heel spannend wat daar gebeurt
Ondertussen heb ik bedacht dat ik geen risico wil lopen dat Shadow alsnog broerliefs route volgt, dus ik sprint weer terug, grijp hem in zijn kladden, gooi hem de keuken in, sluit de balkondeur met een duidelijke klik en sprint dan door de voordeur naar buiten. Nog steeds op blote voeten. Over het grasveldje voor het huis. Biddend dat me een “splatjs” in andermans hondenpoep bespaard zal blijven want het ligt daar vol met drollen van lokale hondse bewoners. 
Uitzicht vanaf het balkon terras over de tuin en achterliggende velden 
Ik stop en kijk om me heen. Geen Spot in de tuin. Mijn hart bonst in mijn keel. Waar is hij nu? Al mijn zintuigen staan op scherp. Ik hoor niks - ook geen kattengekrijs gelukkig. Ineens zie ik uit mijn ooghoek een beweging bij een buurhuis. Een husky stuiterspringt door het struikgewas. Erachter ritselt wat. Een kat in doodsgevaar? Ik moet zo snel mogelijk ingrijpen!  

Er steekt maar een onderdeel uit dat ik kan grijpen. Een staart. Geen gebruikelijk handvat maar ik grijp hem toch en trek hem aan zijn staart uit het srtuikgewas de straat op. Nagels krassen over de stenen. Spot is het er duidelijk niet mee eens en draait zich vliegensvlug om met een verontwaardigde MIEUW en probeert in mijn hand te happen. Maar ik ben meedogenloos. De greep van mijn hand om zijn staart wordt steviger en mijn andere hand doet een poging zijn halsband te pakken, waarbij meneer kronkelt als een slang om dat te voorkomen. 
 Als het me eindelijk gelukt is, marcheer ik hem richting de voordeur, onderwijl een blik om mij heen werpend. Gelukkig, niemand op straat. Nog steeds op blote voeten wandel ik nu over straat en stoep zodat ik geen risico neem op een uitglijder. De opluchting klinkt door in mijn stem als ik Hans toeroep “Ik heb hem - en alles leeft nog"!
Ondertussen bedenk ik een nieuw spreekwoord: een Spot maakt rare sprongen om een kat in het nauw te brengen. De krassen staan als stille getuigen op de traptreden.
Spot aan de lijn ... wel zo veilig... 

vrijdag 12 december 2014

Herinneringen aan Chenak en Janouk : trektocht Noorwegen 2004

De avond valt en daarmee treed de koude pas echt in. We hebben nog een flink stuk te gaan. Te kort om nog een overnachting in bivak te doen, te lang om voor donker ‘"thuis” te zijn. Thuis is in dit geval een huisje op een vakantie park in Sjusjoen, een dorp net buiten Lillehammer in Noorwegen. We zijn op vakantie met een groep vrienden maar manlief en ik zijn met onze honden de drukte even ontvlucht. Gisteren trokken we ons eigen spoor in zware sneeuwval over een moeras en we overnachtten in bivakzakken in de sneeuw, naast een verlaten boerderij. Een koude nacht, vooral omdat Janouk bovenop mij wel een goede slaapplek vond, daarbij een ideale “luchtbrug” creerend waardoor de koude mijn slaapzak in kon sluipen. 

Vandaag was het mooier weer, helderblauwe lucht, stralende zon op de witte sneeuw. Maar nu de avond valt betalen we de prijs voor het ontbreken van wolken. Koude. We trekken een extra winddichte laag aan en een extra paar handschoenen. Hoofdlamp op. Sjaal nog een stukje hoger. Mijn wangen voelen al strak aan. Die zullen straks binnen wel gaan tintelen. Ik denk aan de Noorse vrouw die ons bij de lunch op het hart drukte “Niet wrijven, daar gaat de huid kapot van!” Niet vergeten voor straks.
Laatste stuk terug. Bekend terrein. Maar in het donker lijken alle loipes op elkaar en ik twijfel toch even waar ik ben. Als ik op een gegeven moment stop en omkeer om een routebord te gaan inspecteren doet Janouk iets dat ik niet van hem ken. Hij protesteert. Luid en duidelijk. Onmiskenbaar vertelt hij mij dat hij net zo lekker bezig is en dat we natuurlijk op de goede weg zijn. Hij heeft gelijk.

Het langlaufen in het donker is een wonderbaarlijke ervaring. De schittering van de sterren en halfwassen maan reflecteert op de sneeuw. De hoofdlampen gaan uit want de bundel creeert alleen maar valse schaduwen en vervelende schitteringen. In het onzekere licht moeten we vertrouwen op ons gevoel voor positie want hellingen zijn niet goed in te schatten. Ineens ga je omlaag en dan weer omhoog. Alsof we in een achtbaan zitten. Korte hobbels in de ijzige loipes vangen we op door soepel mee te veren. 

De honden werken stabiel en hard, ongetwijfeld zijn ze op weg naar huis en en de brokken. Het is stil, op het geluid van hun gehijg en het zoeven van onze ski’s na. Stil, donker en koud. Wij zijn het enige leven, warmte, geluid in de wijde omgeving. Een gevoel van euforie maakt zich van ons meester. De wereld is even alleen van ons vieren. Te snel komt er eigenlijk een einde aan. Hoewel… bij de hut duikt Janouk in zijn met stro gevulde bench en komt er niet meer uit. Ook Chenak vind het wel best om terug te zijn. Voor het eerst is het ons gelukt: onze Siberische husky’s zijn moe. 

vrijdag 14 november 2014

Huskyheren en hormonen...

De heren zijn in hun 'prime'. Drie jaar oud, sterk gezond en uh.... mannelijk. Zeer mannelijk. Zeker nu hun geliefde Tjibbe loops is. Vorige week gaf Spot al een nachtelijke serenade voor haar weg. Uiteraard komen we haar nu bijna iedere ochtend tegen. Verleidelijk zwaait ze haar witte pluimstaart heen en weer. Haar plasjes moeten uitgebreid besnuffeld.

Vandaag lopen we een extra grote ronde om ze wat energie af te laten blazen. Een konijn en drie katten later is dat bij mij in ieder geval gelukt. Hopelijk bij hen ook. Bijna terug in het dorp duiken de heren op een polletje gras en daarna duikt Shadow op Spot, mij bijna ondersteboven trekkend. Uiteraard voor de geamuseerde ogen van een stel tuinmannen. Dat moet een damesplasje zijn.

Thuis gekomen mik ik ze in de tuin en ga snel wat lekkers halen voor een spontaan bezoek van een collega. Aan de geluiden uit het nachthok te horen zet Shadow zijn avances voort. Spot ondergaat het blijkbaar lijdzaam. Ik ben blij dat we bezoek krijgen want daar zijn ze goed in: ze springen niet op, genieten van knuffels en bedelen niet al te overdreven.

Spot is duidelijk gecharmeerd van onze vrouwelijke bezoekster. Hij positioneert zich naast haar stoel. Sollliciteert naar knuffels. Likt en snuffelt aan haar arm. Niet zo gek, ze heeft immers een paar katten. Maar wat doet hij nu? Hij snuffelt en knabbelt aan haar mouw. Duw zijn neus in haar oksel. Snuift en begint weer te knabbelen. Zet een poot op de plantenbak achter haar stoel. Twee poot erbij.

Ineens is het me duidelijk. "SPOT" brul ik. "LAAT DAT." Met een betrapte blik druipt hij af. Onmiddelijk geeft broeder Shadow hem ook nog een hondenversie van een standje. Even later probeert hij het nog een keer. Spot vindt mijn bezoeker duidelijk erg leuk. Iets te leuk... Zucht.... mogen de hormonen even wat minder door de bocht gieren?


maandag 13 oktober 2014

Geurenblind

Ik zit in de tuin. Spot zit naast me, neus in de lucht, smakkende geluidjes maken. Zijn blik gericht op de bomen in de tuin van de achterburen. Hij kijkt kort even naar mij om. Alsof hij wil zeggen: “Zie je dat wel baasje?” 
Maar ik, ik zie niks bijzonders. Waarschijnlijk juist omdat ik kijk. Mijn ogen gebruik. Hij ‘kijkt' met zijn neus. Zijn hoofd lichtjes achterover, de zwarte dop beweegt zachtjes naar boven en beneden. Als ik kon “kijken”  zoals hij ging er waarschijnlijk een wereld voor mij open. 


Voorzichtig probeer ik of het mij ook lukt. Zacht snuivend haal ik mijn neus op. Ik ruik koeienmest. Een licht geur van vis aan mijn handen.Ik neem een slok van mijn thee en vraag me af hoe ik die geur eigenlijk kan beschrijven. Het is Earl Grey, een zwarte thee gearomatiseerd met bergamot. Maar ook hiervan bestaan vele varianten met verschillende smaken en geuren. Deze thee ruikt naar citroen maar dan warmer. Wat een knullige omschrijving als je dat vergelijkt met hoe ik het uiterlijk van de theebeker kan omschrijven. Die is blauw met beigebruin gevlamd aardewerk, met rossige spikkels een een azuurblauwe rand. Een klassiek gevormde trechterbeker zonder oor.
Neus in de lucht, mond stukje open, echt "geur proeven"

Als de thee op is gaan we op stap. We wandelen over een breed zandpad, de lucht is zwanger van een mengsel van paardenmest en rottend herfstblad. Ineens staan de mannen stil. De zwarte doppen bewegen verwoed. Er wordt zelfs geproefd van de lucht met een zacht smakkend geluidje. Bij paarden heet dat flemen. Ze sturen hierbij extra lucht langs hun vomeronasale orgaan, oftewel het orgaan van Jacobson. Zo vangen de nog meer geur op.
Even later verleggen ze hun aandacht naar een graspol die zeer belangrijk is.

Snuffelen aan iets belangrijks?
Die er voor mij identiek uitziet aan de graspol links en rechts daarvan. Een snelle blik om mij heen - niemand te zien. Ik neem de proef op de som en kniel op de grond. Ik snuffel tot groot genoegen van de heren ook aan de pol. En aan de pol links. En aan de pol rechts. Ik ruik … niks. Nou ja, de geur van aarde en gras maar de pollen zijn voor mij volstrekt gelijk. Domme baas. Geurenblind en neusdoof, dat ben ik
Snuft mijn neus hier eem brokje?

Op geurtocht naar de reetjes. 

Geur 'meenemen' door er lekker in te rollen...

Boos

Ik ben niet snel echt Boos. Maar vanmorgen wel. Ik kijk naar buiten en zie Shadow verwoed bezig mijn oude Therm-A-Rest matje te slopen. Vol overtuiging. Direct na een wandeling van een uur en een bak vol eten. Ik storm naar buiten, vraag hem wat hij in godsnaam aan het doen is. "Wil je daar wel eens heel snel mee ophouden". Ik mopper met luide en duidelijke stem, mijn emotie mag er tenslotte best zijn. Maar ik beheers mij, raak hem niet aan. Hooguit maak ik mijn lijf langer en groter. Hij snapt mij en druipt af het nachthok in waar hij wat timide op zijn kussen gaat liggen.

Namopperend ruim ik de restanten op, ondertussen bestuderend hoe zo'n matje er nu van binnen uit ziet. Weer wat geleerd. Bedenk hoe lang we dit ding al hadden - zeker tien jaar. Wil tegen manlief zeggen dat het zo zonde was omdat dit matje niet lek was maar houd deze volkomen zinloze opmerking voor me. Het nu meer dan lek en gedane zaken nemen geen keer. Na een vijf minuten doe ik het nachthok weer open. Ga op mijn hurken zitten en vraag hem bij me. Deemoedig begraaft hij zijn neus onder mijn oksel. Staartje laag, oortjes plat. Ik kroel hem en het is weer over.
Mijn boodschap was duidelijk. Ik begrijp hem tegelijk ook wel. Dikkertje Dap is van slag. Ik was een paar dagen weg, grote vriendin Tjibbe is loops en hij mag er niet heen en broeder Spot loopt puberaal te klieren en die mag hij van mij dan ook weer niet verscheuren. Arme Shad. Het leven valt soms niet mee.
De mannen zijn 3 en het leven gaat met vallen en opstaan. We leren elkaar steeds beter kennen en waarderen. Akkefietjes zoals vanmorgen zijn zeldzaam. Zelden hoef ik mijn stem te verheffen boven een "Uhuhuh" of "Houd daar eens onmiddellijk mee op". De woorden verstaan ze niet, de toon des te beter.

Bijna dagelijks verwonder ik me over wat er mogelijk is in de band tussen mens en hond. Hoe goed deze totaal verschillende diersoorten elkaar kunnen verstaan. De visuele talige aap versus de neusgerichte lichaamstalige wolfachtige. Tot welke diepte zo'n band uit kan groeien. Een paar voorbeelden daarvan staan in het boek "The possibility dogs" van Susannah Charleson. Dit boek gaat over hulphonden in de breedste zin des woords. Niet alleen de bekende blindengeleidehonden, maar ook over hulphonden voor psychiatrische patiƫnten. Hartverwarmende verhalen van honden die helpen om mensen over hun agorafobie heen te stappen, PTSD aanvallen te voorkomen en de negatieve spiraal van obsessief compulsieve handelingen te doorbreken. Honden die dat doen met gevoel voor hun baas. Verbintenissen die vol staan van compassie, die verder gaan dan het aanleren van trucjes van met een clicker. Honden die vaak op onverwachte plaatsen worden gevonden, zoals in asiels. Soms op slechts dagen van euthanasie vandaan.

Er is zo ongelofelijk veel mogelijk in de band tussen mens en hond. Elke keer weer doet dat me verbaasd staan. Verbaasd was ik ook toen ik op een hondenforum las over het plaatsen van een hond in de TV serie Utopia. Nu moet ik bekennen dat ik die serie nog nooit gezien heb. Ik zal dus ook niet oordelen over het programma zelf. Waar ik niet bij kan is dat ervaren hondentrainers, zoals de familie Gaus, ook maar overweegt om een hond te plaatsen in een setting waarbij het welzijn van het dier niet voorop staat.

Utopia kan geen stabiele situatie zijn, de mensen daar kiezen voor een TV optreden. Prima, moeten zij weten. Maar ze kiezen geen van alle bewust voor een hond. Een hond is meer dan een programmeerbare robot die geclickertrained kan worden door om het even iedereen. Het is een individu, met een persoonlijkheid, met behoeftes. Een levend wezen dat met een beetje mazzel 12-15 jaar mee gaat. Dat een goede start verdient, met een baas die alles in zijn macht zal doen om tegemoet te komen aan de werkelijke behoeftes van een hond. Stabiliteit, veiligheid, rust. Voor een geleidehond: een degelijke opvoeding waarin heel veel aangeleerd moet worden dat tegen de natuur van een hond in gaat.  Daar moet goed mee om gegaan worden,  juist om te zorgen dat de hond zich kan ontwikkelen en zijn volledige potentie kan laten zien.

Het succes percentage bij de opleiding tot hulphond is niet hoog. Ondanks de inzet van ervaren mensen die hun huis openstellen voor een pup, die met liefde en aandacht en ervaring opvoeden. Dat is een probleem dat serieuze aandacht verdient. Er is een tekort aan plekken om de pups op te vangen.   Ik snap dat daar aandacht voor gevraagd wordt. Maar proberen mensen voor deze uitdagende taak te werven door een pup in een zootje ongeregeld te gooien, lijkt me nu echt een prachtig voorbeeld van in je eigen voet schieten.  Nu ben ik pas Boos.

woensdag 1 oktober 2014

Forever dogs

In haar boek over emoties bij honden en mensen ("For the love of a dog') beschrijft Patricia McConnell over de liefde tussen mens en hond. Over hoe die ene hond bijzonderder is dan de andere.

Natuurlijk houden de meeste mensen van hun hond. Anders hadden we ze niet. Namen de hondenhaar bij het ontbijt, een plas in de tuin, een kapotte sok of een broek vol modderpoten niet voor lief. Maar soms zijn er honden met iets extra's. Zoals bij ons Chenak. Honden die zo een persoonlijkheid meebrengen dat ze bijna menselijk zijn. Honden die zoveel ruimte innemen dat ze ook een ongelofelijk gat achterlaten. Als je ooit zo'n hond gehad hebt, weet je hoe het verlies ervan voelt. Alsof er een stuk van jezelf afgehakt is. Fysieke pijn. Intens verdriet. Grote leegte.
Toen ik deze week dan ook van een goede vriendin hoorde dat ze haar "zwarte snor" moest laten gaan, viel ik even stil. Te vroeg. Niet eerlijk. Te pijnlijk. Een pijn die je niemand gunt. Een pijn die je graag weg zou nemen. De pijn waarvan je weet dat je erdoor moet gaan. De pijn die komt bij het houden van een wezen dat gewoon per definitie veel te kort leeft.

Gorby was een prachtige en bijzondere hond. Afgelopen maart mochten we elkaar leren kennen op het strand (zie http://huskyheren.blogspot.nl/2014_03_01_archive.html) . Hadden de heren een prachtige dag met de zwarte beer. Kwam ik zover in zijn gratie dat hij mijn koekje aannam.
Het is nog steeds niet te bevatten dat hij er niet meer is. Dat dit onze laatste ontmoeting was. Dat mijn vriendin na haar werk in een leeg huis thuis komt. Vandaar ook hier een eerbetoon. Voor de zwarte reus, de prachtige snor. Moge hij pijnvrij bivakkeren achter de regenboogbrug. Stiekum hoop ik dat er een ijswinkel is. Dat hij en Chenak daar samen achter hun coupe zitten, plannen smeden "to rule the dog world".

Dag Gorby, slaap zacht. Je wordt gemist en niet vergeten. Niet voor niks heten die bijzondere honden "Forever dogs". Ze zijn nooit helemaal weg, maar blijven altijd een beetje bij ons.


Tot slot nog dit gedicht, dat ik met toestemming van de maakster in het Nederlands mocht vertalen. Dat het een beetje steun mag zijn voor eenieder die met eenzelfde verlies worstelt: 

Wat te doen de dag nadat je hond dood ging 


Veeg de vloer 
Kijk uit het raam 
En hijg.. 


Zet thee met een koekje 
Om het vervolgens te vergeten


Verschoon het bed 
Neurie een lied 
Begin te huilen 
Vergeet de dagen van de week 


Zink ineen in een hoekje van de kamer, knieen omklemmend 
En kreun 


Raap jezelf weer op 
Zet opnieuw thee, nu om op te drinken 


Kijk uit een ander raam 
Je blik valt op de plek waar je hond zich  behaaglijk nog eens uitstrekte, om te verzinken in een droom van weilanden, bossen, konijnenkeutels proefde, hazengeur opsnoof 


Zoek de tissues 
Dan maar WC papier 


Zwerf door het huis, je hart klopt loodzwaar in je borst 
Warm de restjes op 
Prik erin met je vork en dump ze in de gootsteen 


Zoek wat er niet is 
Hoor van alles 
Voel fluweelzachte oren onder je vingertoppen 
Voel herinneringen die je ontglippen 


Maar vang die herinnering, elke herinnering, die straalt, zacht en droevig, geur van natte vacht en herfstbladeren, modderpoten op de vloer, de wandeling in bos en weide, oren wapperend in wind gestolen koekjes gesloopte speeltjes een kriebel op de buik een trekspel, dat favoriete piepding een blik van verbondenheid jouw hand op zijn hoofdje een kwispelende staart ochtendnevel boven het veld maan achter de bomen een uil roept oren gespitst neus aan de grond snuffels in kwadraat het spoor volgend triomf van het vinden 


Doe je pyjama aan 


Draai drie keer in de rondte en nestel jezelf bij het flostouw 
Plots jaag je op de echo van een blaf in de nacht die niet eindigt 


Ineens groeit  
Je staart 


 Vrij vertaald naar  Catherine Young 11.27.12